De huidige landbouw vss gebruik van vitamines

 

Inhoud :
- De huidige landbouw vss gebruik van vitamines
- Ecosysteem op zijn kop, vitamine weg uit groenten (Telegraaf, 16 april 2008)

 

Desastreuse mis-management van onze landbouwgronden en intensieve landbouwmethoden hebben ertoe geleid, dat ons voedsel van dermate kwaliteit is, dat voedingssupplementen geen overbodige luxe zijn, maar bittere noodzaak voor een goede gezondheid.

In 1992 bevestigde de 'Earth Summit' in 'Rio' dat de gemiddelde amerikaanse akker 85% minder mineralen bevat dan grond die niet eerder voor landbouw bewerkt is geweest. Maar dit is nauwelijks nieuws. In 1936 stelde een rapport van de amerikaanse senaat al, dat er sprake was van een gebrek aan mineralen in de grond van amerikaanse boerderijen en weidelanden. Dit gebrek is vervolgens ook terug te zien in de voedingsmiddelen die van deze grond afkomstig zijn. De onderzoekers die dit document samenstelden, hadden een groot en representatief aantal grondmonsters in de VS getest. De implicaties van deze testen waren nogal ver-strekkend. Het betekende dat zo'n 99% van de bevolking een gebrek had aan een hele reeks mineralen. Toen al werd aanbevolen de voeding van boerderijdieren en de amerikaanse bevolking aan te vullen met voedingssupplementen.

Sindsdien is de omvang van het probleem alleen maar groter geworden. De akkers van tegenwoordig (en helaas niet alleen in de VS), zelfs die van biologische bedrijven, bevatten nog maar heel weinig van de voedingsstoffen die wij dagelijks nodig hebben. Als gevolg daarvan bevatten de voedingsmiddelen die wij op tafel zetten, heel weinig van de voor onze gezondheid essentiele vitamines en mineralen. Commercie en hebzucht zijn de oorzaken van dit gebrek aan essentiele mineralen in onze aarde. We hebben het hier welliswaar vooral over de amerikaanse cijfers, maar de amerikaanse landbouwmethodes (middels intensieve bemesting) wordt ook in West-Europa toegepast.

Aan het begin van de 19e eeuw, konden families die op de prairies landbouw bedreven, niet lang op dezelfde plek blijven. Deze pioniers hadden het niet al te veel op met de fijne kneepjes die in Europa al langer toegepast werden: groenbemesting, vrucht-rotatie en het braak laten liggen van de velden. Hun gronden leverden gedurende vijf tot acht jaar ruime hoeveelheden voedsel op, maar daarna groeide het graan nauwelijks meer en was het niet meer in staat om aren te produceren. De boeren putten de grond uit. Als ze er in slaagden zonder oogst de eerste winter te overleven, trokken de overlevenden verder naar het westen om daar opnieuw te beginnen. Aan het eind van de 19e eeuw werd NPK geintroduceerd: een kunstmatige meststof gemaakt van stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Voor boeren, die telkens verder naar het westen moesten trekken, leek dit een geweldige uitkomst. Ruim 100 jaar later 'lijkt' dit nog steeds zo. Met deze drie mineralen in de voor de lokale situatie juiste verhouding (plus water, warmte en licht) zien planten er gezond uit en leveren ze maximale opbrengst. Daarmee is de boer verzekerd van zijn winst en dus van zijn 'brood'.

Aldus de theorie van de duitse chemicus Justus von Liebig (1803-1873). Hij beweerde dat stikstof, fosfor en kalium de enige mineralen waren, die mens en dier nodig hadden. Met behulp van nieuwere apparatuur kwam hij erachter dat de as, die na het verbranden van de plantenweefsel overbleef, ook nog een hele reeks andere mineralen bevatte.

Veel publicaties maakten echter - onder druk van de producenten van de moderne kunstmest- geen melding van Liebig's lange en gedetailleerde herroeping van zijn theorie. Als gevolg daarvan bleef de westerse tuin-en landbouw de NPK meststof enthousiast verder gebruiken en vele miljoenen mensen over de hele wereld eten voedsel dat gevaarlijk weinig bouwstoffen bevat. De boeren verbouwen voedsel, oogsten dat om ons te voeden en bemesten de grond vervolgens weer met NPK. Ze verbouwen nog meer voedsel, oogsten wederom en herhalen de NPK-bemesting. We zijn nu al jarenlang bezig om onze landbouwgronden 'uit te putten', zonder het hele scala aan mineralen terug te geven aan de grond.

Bovendien verzwakt het gebruik van slechts drie voedingsstoffen de planten op de akkers, waardoor ze gevoeliger worden voor ziektes en plagen. De NPK-mest is daarnaast zeer zuur, waardoor de PH-balans (zuur-base) van de grond uit het evenwicht wordt gebracht. Het vermogen van de grond om elementen te absorberen, is bij neutrale of licht alkalische omstandigheden maximaal.Zure grond dood in de grond de aanwezige micro-organismen. Het is de taak van deze beestjes om de mineralen in de aarde zodanig om te zetten, dat de planten ze kunnen gebruiken. Zonder deze micro-organismen, blijven deze mineralen opgesloten en zijn ze onbereikbaar voor de planten.

Een studie weest uit dat meer dan 1/3 van de landbouwgrond in het Great Plains - het landbouwcentrum van amerika - een PH-waarde heeft van minder dan 5,5, terwijl de waarde boven de 7 zou moeten liggen. Zure grond bevat volgens de canadese ministerie van landbouw weinig magnesium en meestal ook te weinig calcium. Planten groeien welliswaar (gestimuleerd door de kunstmest) maar ze hebben wel een tekort aan esesntiele sporenelementen. Bij gebrek daaraan nemen de planten zware metalen uit de grond op, bijvoorbeeld: aluminium, kwik en lood. Door de voedselketen komen deze zware metalen ook bij ons terecht en wij gaan deze stoffen gemakkelijker absorberen als we een gebrek aan beschermende mineralen hebben. Ons lichaam houdt deze giftige mineralen, sporen van bestrijdingsmiddelen en chemische afvalstoffen, die aan het mest worden toegevoegd vast, hetgeen op den duur de gezondheid bedreigd.

Een internationale studie, die de concentraties voedingsstoffen in de diverse werelddelen evalueert, meldt: 'De huidige landbouwmethoden, vooral het overmatig gebruik van landbouwchemicalien veroorzaken ernstige tekorten aan mangaan en andere mineralen, zowel in de grond als in de planten, die daarop groeien. Vooral mangaan, zink en ijzer zijn in de onderzochte monsters in zeer lage concentraties aanwezig.'

Kalk; boeren bestrijden de zure grond met kalk. Door deze praktijk wordt er calcium en magnesium aan de grond toegevoegd, hetgeen de PH van de grond veranderd en bladgroei sterk bevorderd. Maar tegelijkertijd worden daardoor mangaan en andere sporenelementen aan de grond onttrokken. Deze bestrijdingsmiddelen in-aktiveren bepaalde enzymen die de opname van mangaan en andere mineralen door de plant bevorderen. Moderne hybride granen smaken minder en bevorderen allergie sterker dan de oorspronkelijke graansoorten. Ze zijn bovendien zwak en afhankelijk van chemicalien voor de bescherming tegen ziektes en plagen. Dat geld niet, of in veel mindere mate voor de oorspronkelijke graansoorten. Bestrijdingsmiddelen verzwakken de plant nog verder, waardoor ze vervolgens nog weer gevoeliger zijn voor de aanval van andere insecten (vicieuce cirkel-effect). Meer dan 500 insecten soorten zijn inmiddels resistent tegen pesticiden. In tegenstelling tot mensen kunnen planten bepaalde aminozuren, essentiele vetzuren en vitamines zelf aanmaken, maar geen enkel organisme kan mineralen produceren. Vitamine, eiwitten, enzymen en aminozuren hebben mineralen nodig om hun taken te vervullen. Mens en dier hebben circa 50 mineralen nodig en als de akker die mineralen niet bevatten, zitten ze ook niet in het voedsel wat van de akker af komt.

Magnesium, chroom en andere mineralen, die net zo belangrijk zijn voor een goede gezondheid, als stikstof, fosfor en kalium, ontbreken in veel sterkere mate in onze voedselketen dan de meeste vitaminen. Daarom komen er ook steeds meer ziekten voor, die worden veroorzaakt door tekorten aan mineralen. De meeste amerikanen hebben een chronisch gebrek aan chroom, magnesium en mangaan - vooral tienermeisjes en oudere mensen - en dit is in onze eigen omgeving ook niet veel anders.

Uit een onderzoek naar het dieet van veganisten en vegetariers, die alleen plantenmateriaal eten, bleek dat hun voedsel meer dan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid (ADH) van de meeste vitaminen bevatten. Maar die voeding bevatte bijvoorbeeld slechts 96% van de ADH voor zink en 46% van de toch al lage ADH voor selenium. Zelfs grote hoeveelheden plantaardig voedsel zijn dus niet genoeg om bepaalde ziekten als gevolg van mineraaltekorten te voorkomen. Een lage selenium-concentratie is een risico-factor voor zowel kanker als hartaanvallen.

Het eiwitgehalte van tarwe en andere granen is een betrouwbare index van een afnemende vruchtbaarheid van de grond. In 1900 bestond tarwe voor 90% uit eiwitten, tegenwoordig is dat 9%. Om de voedingsstoffen binnen te krijgen, die vroeger in 1 snee brood zaten, zouden we nu dus tien sneetjes brood moeten eten. In 1958 bevatte 100 gram spinazie 158 mg ijzer. In 1967 was het ijzergehalte al gedaald naar 27 mg en in 1973 bevatte spinazie nog maar 2,2 mg ijzer. Inmiddels wordt vermoedt, dat het ijzergehalte nu niet meer als 1 mg per kilo bedraagt.

Meststoffen op basis van stikstof, kunnen planten ook nog op een andere manier be-invloeden. De grote hoeveelheden stikstof die op de gangbare landbouwgronden worden gebruikt, beinvloedt de eiwitkwaliteit van de plant. Maar een grote hoeveelheid stikstof in de grond produceert ook andere problemen. Als de stikstofconcentratie groter is, dan wat de plant voor de foto-synthese nodig heeft, dan wordt de rest opgeslagen in de vorm van nitraten. Als de nitraten uit de plant in ons lichaam opgenomen worden, kunnen deze tijdens de spijsvertering worden omgezet in kankerverwekkende nitrosamines (zelfde kankerverwekkende stoffen die ook in sigarettenrook en in gerookte etenswaren voorkomen). Kunstmeststoffen kunnen de nitrosamine-vorming ook nog op een andere manier bevorderen. Er zijn aanwijzingen dat ze het aantal bacterie'en op planten doen toenemen. Deze bacterie'en maken vervolgens de omzetting mogelijk van nitraat in nitrit, een voorloper van nitrosamine. Normaal gesproken beschermen anti-oxidanten uit ons voedsel ons voor de schadelijke nitrosamines. Helaas blijken echter ook de concentraties essentiele anti-oxidanten in ons voedsel - bijvoorbeeld vitamine C en A - steeds verder af te nemen.

Mineralen zijn niet de enige nutrie-enten, die in de conventionele verbouwde voedingsmiddelen ontbreken. Er zijn aanwijzingen, dat het vitamine-gehalte van fruit, groente en granen gedurende de afgelopen 50 jaar sterk is verminderd. In 1999 vergeleek de voedingsdeskunde Alex Jack de voedingswaarde in het handboek van het amerikaanse ministerie van landbouw met de waarde die in 1975 werden gepubliceerd. Hij stelde een afname van een aantal mineralen vast en merkte tevens op, dat bloemkool 50% minder vitamine C bevat, dan in 1975. Hij schreef toen een brief naar het ministerie waarin hij om een verklaring vroeg. Hierop is nooit gereageerd.

In maart 2001 kreeg Alex Jack ook steun van 'Live Extension Magazine'. Met de hulp van Jack en de voedingswaardetabellen van het ministerie (deze keer uit 1963)publiceerde het blad een eigen vergelijking. De resultaten? Vitamine C uit pepertjes, gingen terug van 128 mg naar 89 mg. Vitamine A in appels, is van 90 mg gereduceerd tot 53 mg. Broccoli en boerenkool hebben de helft van hun vroegere pro-vitamine A verloren. Het vitamine C-gehalte in bloemkool is eveneens met 50% gedaald. Afgezien van het feit dat fruit, groentes en granen voor het grootste deel in mineraal arme grond worden verbouwd, worden die voedingsmiddelen ook nog eens langdurig opgeslagen, voordat ze uiteindelijk worden verkocht. Daarna worden ze vaak nog langer bewaard voor ze opgegeten worden of in maaltijden verwerkt worden. Een interessante studie, die de historische teruggang van mineraalgehalte van fruit en groente tussen 1930-1987 gedocumenteerde, leverde een aantal verbazingwekkende conclusies op.

Zo blijkt bijvoorbeeld, dat moderne aardappelen 40% minder kalium bevatten, dan de aardappelen die 50 jaar geleden werden geteeld. Wortelen bevatten nog maar de helft van het calcium, dat ze vroeger bevatte en 75% minder magnesium. Tomaten bevatten 90% minder koper. Appels bevatten 2/3 minder ijzer dan vroeger. Hetzelfde geldt voor abrikozen. Voor zo'n 20 veel voorkomende fruit en groentesoorten, moet worden geconstateerd, dat de voedingswaarde veel lager ligt dan vroeger.

De invloed van pesticiden Het gebrek aan vitaminen is een gevolg van het feit dat de planten groeien op 'met kunstmest bewerkte aarde' met weinig voedingsstoffen. Maar ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen be'invloedt de voedingswaarde van voedsel, zowel direct als indirect. De toepassing van herbiciden, pesticiden en fungiciden tijdens de groei en de opslag stelt boeren, winkeliers en uiteindelijk ook de consument om door te gaan met praktijken, die het verlies van voedingswaarde bespoedigen (zoals langdurige opslag van plantaardige producten). Bovendien veranderen veel herbicidensoorten de stofwisseling van de plant en daarmee ook de samenstelling van de voedingsstoffen. Zo veroorzaken bijvoorbeeld herbiciden die de foto-synthese remmen, (triazine of fenoazijnzuurherbiciden) effecten die vergelijkbaar zijn met die van te weinig licht. Onder dergelijke condities vermindert het koolhydraat-, a-tocoferol- en betacaroteengehalte van de plant en neemt het eiwitgehalte, de hoeveelheid vrije aminozuren en het nitraatconcentratie toe (NO3).

Vitamine C, betacaroteen en vitamine E zijn belangrijke anti- oxidanten en de implicaties van een teruggang in deze concentraties zijn dan ook ver-strekkend. Deze vitaminen beschermen ons tegen de vrije radicalen in ons lichaam. Niet alleen de vrije radicalen, die ons lichaam met de stofwisseling produceert, maar ook tegen de vrije radicalen die ontstaan door de grote hoeveelheid giftige stoffen die we in onze dagelijkse omgeving tegen komen. Daarnaast beschermen ze ons tegen de vele aandoeningen, die we vaak met het 'normale ouder worden' in verband brengen. Mannen met een zeer lage vitamine C- consumptie hebben een 62% hoger kankerrisico en 57% hoger risico om vroegtijdig aan andere aandoeningen te overlijden. Flavonoiden zoals betacaroteen blijken tegen beroerten te beschermen, terwijl mensen met een laag betacaroteen-, retinol (vitamine A)- en vitamine E- gehalte een groter risico lopen om kanker te krijgen. Slechte leerprestaties houden eveneens verband met mineraalarme landbouwgrond. De hersenen hebben vitaminen, mineralen en aminozuur nodig om neurotransmitters en andere belangrijke stoffen te produceren. Een veranderd chemicalien-evenwicht in de hersenen ten gevolge van het gebrek aan maar een enkele voedingsstof, kan verminderde mentale vaardigheden tot gevolg hebben, evenals mentale / emotionele - en gedragsstoornissen, eetstoornissen (zoals anorexia of boulimia), drugs en alcoholverslaving, autisme en geweld.

Sommige boeren remineraliseren hun grond met steenstof en melden sterk verhoogde opbrengsten van gewassen die bestendiger zijn tegen ziekten en plagen en meer voedingsstoffen bevatten. Vele beschouwen dit als de ultieme oplossing van het mineraaltekort in onze voeding. Remineralisering veroorzaakt een fenomenale groei van micro- organismen in de grond. Het verhoogt de opname van voedingsstoffen door de plant. Het werkt de verzuring in de grond tegen, voorkomt erosie van de grond en draagt bij aan de waardevolle humuscomplexen. Heeft anti-schimmel-eigenschappen en, wanneer het op planten wordt gesproeid werkt het ook nog eens als insecticide. Remineralisering met steenstof, kan ook de compostering bespoedigen en verbeteren. Berichten uit Duitsland en Australie, spreken ook van een sterk verbeterde bosgroei door remineralisering van de grond.

 


Ecosysteem op zijn kop, vitamine weg uit groenten

Telegraaf, 16 april 2008
Auteur: Richard van de Crommert

Wageningen - De kwaliteit van onze andijvie, bloemkool en wortelen holt achteruit. In de afgelopen twintig jaar is de aanwezigheid van vitaminen en mineralenin de zogeheten 'volllegrondsgroente' fors teruggelopen, soms met meer dan 50%.

Dat komt voor een belangrijk deel door het injecteren van mest in al onze landbouwgrond. Dat gebeurt zo agressief dat er daardoor simpelweg te veel schadelijke stoffen in de bodem komen. Dat zeggen verschillende organisaties, waaronder de stichting 'Millieubewuste Veehouderij', het 'Adviesbureau Team Ecosys' en 'Aquarius Alliance', een samenwerkingsverband van boeren en wetenschappers. Ook de 'Landbouwuniversiteit van Wageningen' is van mening dat deze praktijk de samenstelling van de bodem schaadt.

Kanker

Uit onderzoek van de 'Consumentenbond' blijkt dat onze groenten nog nauwelijks een nuttige stof als selenium bevat. (Mineralen worden door de groente uit de grond gehaald. Vitamines worden aangemaakt met mineralen.) Het is elk geval geval zo laag dat het niet meer te meten is. Dat komt omdat de grond in feite dood is.

'Eén op de drie' Nederlanders krijgt tegenwoordig kanker. Dat is veel hoger dan waar ook ter wereld ! ' constateert Paul Blokker van de vereniging 'Vereniging tot behoud van boer en millieu'. 'Als we zo doorgaan komt onze volksgezondheid in gevaar. De gemiddelde Nederlander heeft gebrek aan zink, ijzer, selenium, koper, magnesium en vitamine A. In heel veel groenten zitten tegenwoordig geen vitamine C meer. Dan hebben we het over vollegronds groenteteelt zoals bloemkool, wortelen en andijvie' waarschuwt Blokker. Het is er de laatste 15 jaar uitgejast. Onze kasgroenten, zoals tomaten en paprika is nog wel steeds voedzaam, maar ook daar zit onvoldoende selenium in. In de hele wereld loopt het aantal mineralen en vitamines in de voeding terug, maar in Nederland gaat het sneller dan elders.'

Overgewicht

In ons land zien we verder dat het percentage van mensen met overgewicht vanaf 1993 (het jaar waarin de mestinjecties werden verplicht) sterk toeneemt. Van 1981 tot en met 1993 steeg dit met ongeveer 0,3% per jaar. Vanaf 1993 steeg het aantal mensen met overgewicht met 0,9% per jaar. Dat is drie keer zoveel. 'Het is niet zo dat de mestinjecties op zichzelf geen overgewicht veroorzaken, maar wel dat er door deze injecties in de grond een afname plaatsvindt in het bodemleven. De balans raakt verstoord, waardoor de planten de mineralen en spoorelementen niet meer of onvoldoende worden opgenomen en vervolgens worden de vitamines (die de groenten vroeger nog volop bevatte) niet of nauwelijks meer aangemaakt. Mangaan, selenium, zink en chroom zijn nodig voor de bloedsuikerregulatie en wordt hiermee flink verstoord. Blokker wijst met zijn beschuldigende vinger naar de veranderende bodem, door verkeerd bodemgebruik.

De grondonderzoeklaboratoria in Nederland, zoals het BLGG en ALNN, bevestigen dat de aanwezigheid van mineralen qua gehalte beneden het streefminimum uitkomt.

Bovenstaande vormt weer een bevestiging van de volgende stelling:

Desastreus mis-management van onze landbouwgronden en intensieve landbouwmethoden hebben er toe geleid dat onze voedsel van dermate povere kwaliteit is, dat voedingssupplementen geen overbodige luxe zijn, maar bittere noodzaak voor een goede gezondheid.

 


 

 



Copyright 2000 - 2024 by RR