De Mongoolse gerbil



Oorsprong en herkomst van de Mongoolse gerbil

De Mongoolse gerbil komt oorspronkelijk uit Mongolië. Hij komt voornamelijk voor in woestijn gebieden. In gangenstelsels leven ze tijdens de extreme warmte en kou.Een gangenstelsel bestaat uit een hol met meerdere in en uitgangen die niet worden afgesloten.


Aanschaf van gerbils

Een Mongoolse gerbil is een vriendelijk en ook een erg nieuwsgierig diertje. Het prettige van deze gerbil is dat je ze nauwelijks ruikt en dat ze gemakkelijk te verzorgen zijn. Mits je dit gedrag van jongs af aan aangeleerd hebt, zitten deze gerbils graag bij je om aandacht te krijgen. Het zijn groepsdieren en ze moeten echt met twee tot vier of meer, bij elkaar gehouden worden. Hoewel de gerbil zich redelijk goed aan het leven in gevangenschap heeft aangepast, zijn ze wel springeriger als tamme ratten en daardoor wat lastiger vast te houden en te aaien.


Wanneer je een gerbil koopt, moet je op de volgende punten letten:

- Hoe is de conditie van de gerbil ?
- Glanzen de ogen goed ?
- Komen de gerbils naar je toe ?
- Zijn ze levendig ?
- Wat is het geslacht?
- Ziet het hok er schoon uit ?
- Hoe oud zijn de dieren ?
- Zijn ze tam als ze ouder zijn ?
- Neem meerdere gerbils, gerbils mogen niet alleen zitten.


Mannetjes of vrouwtjes?



Huisvesting

De gerbils knagen aan alles wat er in het hok staat of hangt en daar moet je rekening mee houden.Het beste is een grote aquarium met een deksel erop of een terenziani kooi. Gerbils graven wel alle Thorobed of zand uit de onderbak. Het beste is een verblijf van 40 x 60 cm voor twee gerbils of een bak van 40 x 80 cm voor vier gerbils. De hoogte van de bak moet minimaal dertig cm zijn. Als je meer dan vier dieren in een bak houdt, moet de bak 40x90–100 cm of groter zijn. Neem zeker geen plastic bak. Zo'n bak is binnen zeer korte tijd kapot en de gerbils gaan met gebruik van 'natuurlijk gereedschap' je huis verkennen (met gevolgen van dien).... !


Schelpen- of chinchillazand moeten altijd in het hok staan, al is het maar in een los bakje met een hoog opstaande rand. De gerbils gebruiken dit zand om hun vacht schoon te maken. Een paar handen hooi word gewaardeerd als nestmateriaal en is nog goed voor de gezondheid van de gerbils ook. Een veilig opgesteld (!) rotswandje zullen ze zeker waarderen en het ziet er best leuk uit om naar te kijken.

Zet de stenen wel als eerste in een leeg hok, voordat je de bodembedekking er in doet, zodat er geen bodembedekking onder de stenen ligt. Als de gerbils eronder gaan graven komen ze te overlijden door de stress of door de klap van de stenen !!

Een houten slaaphokje gaat hooguit een twee tot drie maanden mee, afhankelijk van de groep gerbils die je hebt. Je kunt het beste een bloempot kopen en er een hoekje uit tikken het een hamer. Let wel goed op dat je daarna de randen goed naveilt, zodat de randen niet scherp zijn ! Je hebt dan een slaaphuis die jaren meegaat. Een paar kartonnen buizen, dozen met gaten er in en wc-rollen vinden ze leuk om door heen te rennen en te slopen. Gerbils zijn net papierversnipperaars. Geef ze dus maar geregeld theedoosje etc. om hun tijd mee te verdrijven. Ze maken er 'gratis' bodembedekking bij.

Een boomstammetje of takken van een vruchtenboom, PVC buizen, manden van zeegras (te koop bij Intratuin) vinden ze erg leuk om op te klimmen en er aan te knagen. Het zal alleen niet zo erg lang mee gaan als je flinke knagers hebt. Je kan de gerbils ook in een loopbal rondjes laten lopen.

Tam maken

De Mongoolse gerbil is tam te maken en zeker als je ze van jongs af aan oppakt, wennen ze aan hun verzorgers. Bij verkoop zullen ze aan een ander eigenaar moeten wennen. Geef ze zo'n anderhalve dag de tijd om het hok te verkennen en probeer dan toenadering te zoeken tot de gerbils, door wat voer op je handpalm te leggen en ze dat aan te bieden. Hun nieuwsgierigheid is meetal groter dan hun voorzichtigheid, dus komen ze het meestal wel van je hand halen.


Gedrag

Bijten

Een gerbil zal in principe niet bijten. Het verschil tussen bijten en proeven is dat proeven niet zeer doet en bijten wel. Ze bijten alleen als ze pijn hebben of als ze zich bedreigt voelen of schrikken.
Het kan ook zijn dat de gerbil je hand als speelgoed ziet en ook dan kan een gerbil happen.

Communicatie

Gerbils kunnen niet praten zoals wij mensen dat kunnen, maar ze kunnen zeker wel met elkaar communiceren. Ze maken hun gevoelens en bedoelingen duidelijk door middel van 'non-verbaal' gedrag. Gerbils houden contact met elkaar door het maken van hele hoge piep geluidjes, die wij bijna niet kunnen horen. Hele jonge gerbils piepen wat harder en zijn beter te horen. Als een oudere gerbil luider piept kan het zijn dat ze aan het spelen zijn, maar het kan ook zijn dat ze bang zijn of vanwege seksuele opwinding.

Troffelen (trommelen met de achterpootjes)

Een typerend kenmerk van de De Mongoolse gerbil is het 'troffelen'. Ze maken dan geluiden door heel snel met de achterpoten op de grond te trommelen. Deze geluiden worden ook wel 'podophones' genoemd. Gerbils troffelen met de achterpoten om twee redenen; om andere gerbils van de kolonie te waarschuwen bij gevaar, als communicatie of als ze seksueel opgewonden zijn.
Het is wondelijk hoe hard ze kunnen trommelen en hoe lang ze het vol kunnen houden. Met ons menselijk gehoor kunnen we het verschil niet horen tussen de verschillende vormen van troffelen. Bij gevaar zullen de andere gerbils wegschieten in een schuilplaats en beginnen dan ook troffelen, maar bij seksuele opwinding zullen andere gerbils het trommelen negeren. Het is erg leuk om te zien dat als een enkele gerbil begint te troffelen de anderen mee gaan doen, als je meerdere verblijven met gerbils in dezelfde ruimte hebt staan. Als je zelf met je vingers een trommelgeluid maakt, zullen de gerbils vaak terug troffelen.


Gevaar

Omdat de Mongoolse gerbil in het wild bijna geen last van roofdieren heeft, zijn gerbils niet bang voor katten. Hier moet wel rekening mee gehouden worden als je gerbils in huis neemt.


Basis Voeding

- Extra vital gerbil of een soortgelijk voedsel
- Extra toegevoegde zaden als haver, gerst, gierstsoorten etc.
- Muesli
- Vitaminen
- Elke dag meelwormen
- Elke dag vers water
- Takken en twijgen (is rijk aan vitaminen)
- Morio- en meelwormen
- Hele klein stukjes bloemkool


Verzorging

Elke morgen moet je de gerbils controleren of ze niet ziek zijn en nog water en voer hebben.
De gerbil is er op ingesteld om spaarzaam met water te zijn. Door de droge ontlasting en de geringe urine hoeft het schelpenzand eens in de week gezeeft te worden. Vervang het wel na vier weken.



Voortplanting

Vrouwtjesgerbils kunnen bevrucht worden vanaf de leeftijd van drie maanden oud. Gemiddeld krijgen gerbils hun eerste nest als ze ongeveer vier maanden oud zijn. Als je gerbil vrouwtje anderhalf jaar oud is zal ze waarschijnlijk geen jongen meer krijgen. Een gerbil kan zo’n zes nesten per jaar krijgen. Het voorspel is een heel ritueel: mannetje en vrouwtje rennen al troffelend achter elkaar achter aan. Ze snuffelen aan elkaars achterwerk en als het vrouwtje bereid is trekt ze haar achterwerk omhoog en houd haar rugje recht. Het mannetje zal het vrouwtje beklimmen. Dit doet het mannetje tientallen keren en na elke poging likt het mannetje zijn geslachtsdelen. Het vrouwtje likt haar geslachtdelen alleen bij een geslaagde bevruchting. Het voortplantingsseizoen van de Mongoolse gerbil gaat het hele jaar door. Het vrouwtje paart meteen weer nadat haar pups geboren zijn en de innesteling van haar eitjes kan vertraagd worden tot dertig dagen als het vrouwtje haar pups nog aan het zogen is.

De draagtijd van de de Mongoolse gerbil is vierentwintig tot negenentwintig dagen en er worden per nestje vier tot twaalf pups geboren (meestal vijf tot negen gerbilpups). Gerbils kunnen bij elkaar blijven als de pups geboren worden. De vader is onmisbaar bij het opvoeden en verzorgen van de pups. Als het vrouwtje rust wil of honger heeft en wil gaan eten, dan houdt het mannetje het nest warm. Gerbilpups zijn 'nestblijvers'. Dit houdt in dat de pups, kaal, doof en blind geboren worden. Het enige wat de pups kunnen is piepen en hopen dat hun ouders er snel aan komen. Ze wegen bij de geboorte zo'n twee en een halve gram en zijn zo klein als een pinda (ongeveer twee cm). Gerbilpups hebben bij de geboorte al een piepklein staartje van zo'n één cm.

De eerste week is kritiek. In deze tijd sterven meestal de zwakkere pups. Het kan helpen om de zogende moeder extra meelwormen te geven om sterfte te voorkomen, maar het is de vraag of je niet een natuurlijke selectie moet laten plaatsvinden, zodat het gerbilbestand op peil blijft ? Overdreven bijvoeden met meel- of moriowormen om dit te voorkomen, is beslist niet de bedoeling. Een handje vol meelwormen per dag zou in principe voldoende moeten zijn voor zowel een zwangere als bevallen moeder. Een morioworm is groter en één tot twee wormen van dit formaat per dag, volstaat om aan de eiwitbehoefte van de moeder te voldoen. Om te zien of de pups wel gevoed worden, kun je er op letten of hun maagjes met melk gevuld zijn. De maagjes zijn dan als een witte boon door de buikwand heen te zien. De rol van de vader bij de verzorging van de pups is erg belangrijk. Vooral als de jongen na ongeveer tien dagen door het nest beginnen te kruipen. Hij helpt de moeder dan met het terugbrengen van de pups. Dit doen ze door de dieren voorzichtig in hun bek te nemen.

Op een leeftijd van zeven dagen beginnen de haartjes te groeien en de oogjes gaan open op een leeftijd van veertien dagen. Een paar dagen later beginnen de jonge gerbilpups rond te lopen en als ze twintig dagen oud zijn beginnen ze vast voedsel te eten. De pups stoppen met melk drinken wanneer ze vier weken oud zijn.

Als de oogjes open zijn, dan zullen ze ook beginnen met knabbelen aan het vaste voer. Met ongeveer vierenentwintig dagen worden ze niet meer door de moeder gezoogd, ze eten dan meestal al vast voedsel. Soms zullen ouders hun pups opeten. Dit is niet omdat ze honger hebben, maar in de meeste gevallen gaat het om zwakke pups en volgt de gerbil gewoon haar instinct. In de natuur moet je (veiligheidshalve) geen risico lopen met kleintjes, dus ruimt vader of moeder de dode pup op. Soms begraven gerbilparen hun overleden pups onderin de bodembedekking. De reactie op zwakke of overleden pups, kan per gerbilpaar verschillen. De gerbils volgen in ieder geval altijd hun instinct en houden het nest op deze manier schoon.

Als het vrouwtje een jaar oud is, zal ze de meeste worpen achter elkaar krijgen, daarvoor en daarna zal ze minder vaak nestjes krijgen en zullen de nestjes ook kleiner zijn. Als een vrouwtje een keer een heel groot nest heeft gehad, is ze daarna minder vruchtbaar. Dit is een natuurlijke bescherming zodat het vrouwtje rust krijgt en kan aansterken.

Een fokpaartje kan gehouden worden in een kleine groep, maar als de jongen geboren worden, worden de pups meestal door de andere leden van de groep door de hele kooi heen gesleept. Hoewel de meeste pups het wel zullen overleven is het niet erg goed voor een gezonde ontwikkeling. Beter is het om de paartjes apart te houden, dat geeft meer rust in het hok.

Hieronder zie je de ontwikkeling van de pups op een rijtje:

De moeder is ongeveer vierentwintig tot negenentwintig dagen drachtig.
Eeste dag: De gerbil-kleintjes worden geboren.
Derde dag: De oren beginnen te ontwikkelen.
Vijfde dag: Het haar begint te groeien.
Tiende dag: De pups beginnen door het hok te kruipen.
zestiende dag: De oogjes gaan open en de pups beginnen te eten van het vaste voer.
Vier weken: De kleintjes kunnen apart van hun moeder.
Drie (tot vier) maanden: De pups zijn geslachtrijp en je moet nu op gaan letten dat je niet meer de mannetjes en vrouwtjes bij elkaar hebt zitten.

 




Copyright 2000 - 2021 by Rattery R&R